Zorgpad “Heel Almere stopt”

In Almere sloegen de eerste-en tweedelijnszorg de handen ineen: een multidisciplinair zorgpad zou goede stoppen-met-rokenzorg bieden voor alle Almeerders. Deze nauwe samenwerking zorgt voor efficiënte en effectieve stoppen-met-rokenzorg in de stad. Lees hieronder stapsgewijs hoe dit tot stand is gekomen met quotes van Maartje Ramaekers (Projectmanager Regio-organisatie Huisartsen Almere)

‘We hebben hele goede resultaten: 35-40% van de rokers is na een jaar nog steeds gestopt. Daar zijn we hartstikke trots op.’

  1. Zorg voor een projectgroep
    In Almere vormt een enthousiaste en toegewijde projectgroep de basis voor het rookstopprogramma. Deze projectgroep bestaat, naast de kaderarts GGZ, uit een projectleider en een projectmedewerker. Op de achtergrond denken enkele rookstopcoaches en POH-GGZ mee. Naast het hebben van een projectgroep is draagvlak vanuit het management belangrijk.
  2. Betrek alle zorgprofessionals
    Begin klein, maar betrek wel alle directe zorgprofessionals bij het ontwikkelen van het zorgpad. Gaandeweg kun je de samenwerking uitbreiden. “We zijn begonnen met het eerstelijns aanbod te ontwikkelen. Daarna is de samenwerking met de tweede lijn uitgewerkt, zodat het aanbod echt in heel Almere beschikbaar is.”
  3. Het zorgpad ontwikkelen
    Geïnspireerd door het RKZ, is het tweedelijns zorgaanbod van het RKZ ‘vertaald’ naar een eerstelijns zorgpad. Zowel tussentijds als één jaar na de stopdatum wordt van alle deelnemers de rookstatus geregistreerd in het huisartseninformatiesysteem.
  4. Zorg voor (interne) scholing
    Toen het zorgpad voor Almere eenmaal ontwikkeld was, zijn er geaccrediteerde stoppen-met-rokencoaches opgeleid in alle gezondheidscentra van Zorggroep Almere en in het Flevoziekenhuis. Voor huisartsen, POH’s, medisch specialisten en verpleegkundigen zijn er trainingen en bijeenkomsten geweest zodat iedereen op de hoogte is van het zorgaanbod waar zij naar kunnen verwijzen. Later zijn er scholingen gegeven over het stopadvies: hoe begin je over roken en hoe geef je een stopadvies. Hiervoor is de e-learning “Het stoppen-met-rokenadvies. Hoe geef ik dat?” van het Trimbos-instituut gebruikt.
  5. Motiveer andere partijen voor het stopadvies
    De projectgroep geeft ook buiten de huisartsenpraktijken en het ziekenhuis presentaties over het zorgaanbod voor de Almeerse rokers. Belangrijk is dat zoveel mogelijk zorgverleners rondom een roker een stopadvies kunnen geven en weten dat er zorg bij de hand is in Almere.
  6. Monitoring
    De regionale organisatie van huisartsen in Almere (ReHA) heeft een dashboard ontwikkeld om de implementatie te monitoren. Het dashboard geeft onder meer weer hoeveel deelnemers er bij welke gezondheidscentra in een rookstoptraject zitten en hoeveel er na 3, 6 en 12 maanden gestopt zijn.
  7. Afspraken met zorgverzekeraar
    Goede afspraken met de zorgverzekeraar zijn nodig om de kosten in verhouding te laten zijn tot de investering en het resultaat. De Almeerse huisartsen hadden bij de start nog geen aangepast tarief. Het programma is dus gestart met de reguliere financiering. Pas nadat er resultaten waren, zijn er gesprekken gevoerd over een passende vergoeding.

Schematische weergave van het zorgpad in Almere